Jan Claesz
Jan Claesz ,
geb. op 18-03-1696 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 18-03-1696 te Huijsen,
ovl. te <= 1724; 184-3217A022; 25-10-1724.- Vader:
Claes Meijnsz , zn. van Meijns Jansz Anxsz en Mattgen Gerrits ,
geb. in 1653 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1685-68,
ged. Gereformeerde Gemeente in 1688 te Huizen; bij 40 jaar oud; was MENNIST ?
Lidmatenregister-5A: 24-10-1688 gedoopt 40 jaar; geb. 1648,
ovl. op 08-02-1735 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1735-25,
begr. op 09-02-1735 te Impost: Pro Deo; Oudste van het dorp,
, -
CLAES MEIJNSSEN / CLAES MEIJNSZ / CLAAS MIJNSZEN
Huizen Koptienden (1685-68 1735-25):
1685-50: Situatie: 5 cop 1/2
1685-50: v. Lambert Martensz de Jonge 5 cop 5/8
- Situatie: 1 Spt 3 cop 1/8
1686-68: v. Jan Henrick Fijt 1 Spt 2 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 5 cop 5/8
1689-68: ER STAAT: 2 Spt 5 cop 3/4
1692-25: v. Meijns Jan Anxsz 5 Spt 6 cop
- Situatie: 8 Spt 1 cop 3/4
1698-40: v. Jacob Sijbrantsz Man 3 cop
t/m 1719-25: Situatie: 8 Spt 4 cop 3/4
- Foutief toegevoegd 1 Spt
1720-25: Situatie: 9 Spt 4 cop 3/4
- Foutief toegev oegd 4 cop
1721-25: Situatie: 10 Spt 3/4
1723-25: Volgens de eigenaar substitueren
- daar volgens eerdere boeken
- de situatie moet zijn: 8 Spt 4 cop 3/4
- Notie moet sijn volgens oude boeken 9 Spt 3/4
1724-24: bij erfenis op:
- op Rijck Hendricksz 1 Spt 3 cop 1/4
- op Goossen Reijersz 1 Spt 4 cop
- op Mijns Claesz 2 Spt 1/8
t/m 1735-25: Situatie: 4 Spt 1 cop 3/8
1735-25: op Mijns Klaas 2 Spt 5 cop 1/2
op het weeskint van Gosen Rijerse
- genaamt Rijer Gosensz 1 Spt 4 kop 1/2
-
ORA-184-3170; 20-04-1657: Akte van bewijs Compareerden voor Lambert Claesz Schram @ Jan Gerretsz Backer schepenen tot huijsen, Mattgen Gerrits weduwe van Meijns Jansz geassisteert met Claes Gerritsz haeren broeder als haeren gecoren voochdt in
desen, aen d'eene mitsgaders Ghijsbert Joosten @ Rijck Hendricks Lustigh als vooghden van Claes Meijnsz nagelaten weeskindt van de voornoemde Maijns Jansz bij de voorsz Mattge Gerritje geprocreert aen d'andere sijde,
eijndelijck de helft van een acker aen het loeg groot ontrent twee schepel gelegen aen de Noort-sijde van Timen Willemsz Dam
-
ONA-3675A028; 19-09-1661:Testament Aeltje Gerrits huisvrouw van Claes Hendricksz wonende tot Huijsen: erfgenaam van alle goederen worden haar broer Claes Gerritsz en Claes Meijnsz die een zoon is van haar zuster Matje Gerritsdr die gehuwd is
met Pieter Lambertsz
-
ONA-3667A1; 01-01-1675: GEVOLGEN FRANSE OVERVAL IN 1672: Gerrit Tijsz (45), Jan Cornelisz (35) en Claes Meijnsz (22) verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren, alle buurluiden van huijsen, dat hij als gevolg van de franse overval beroofd is
geworden van zijn koeien, paarde, wagens, inboedel en zelfs zijn kleren en linnengoed en bovendien met vrouw en kinderen moest vluchten
-
Huizen-DTB-1A-Dopen: 23-10-1688: Klaas Meijntsen, out ontrent 40 jaar, uijt het Mennistendom
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 24-10-1688: Aangenomen op Belijdenis Klaas Meijnsen, out ontrent 40 jaar (en gedoopt)
-
Kroniek L.R.Lustig-176-1527;Folio. 031; 1-3-1706: Wenende stenen; Hoe dat alhier ontrent in de maant maart 1706, sijnde op een maandagh namiddagh de klocke vier uijren, bij klaas meijnsz en bij sijn soon meijns klaas en bij sijne eene dogter
gerritje en bij gerbert Cornelisz en bij sijn soon Cornelis gerberts, en bij aaltje Jans de Huijsvrouw van de voornoemde Cornelis gerbertsz en bij Jannetje Jans en bij fijtje Cornelis beijde eerbare en bejaarde dogters die alle Jegenwoordigh
noch in levende lijve sijn, ende waarlijck oock alle van de beste en van de godtvrugtigste menschen sijn die wij hier in ons dorp hebben, ende bij grietje Isaacks gewesenen Huijsvrouw van Hendrick goossens, die nu ontrent voor Ses jaren
zaliglijck in den Heere gerust is enz.
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1708; 't Huijser Ent; Klaas Meijntsen en huisvrouw Geertje Jacobs
-
Kroniek L.R.Lustig-176-1527;Folio. 033; 15-12-1713: Ja het gekerm van veele die daar stonden, die oock het voorteken gehoort hadden, en dit siende weenden bittelijck en riepen oock uijt, Heere, Heere, wat komt ons over, Ja de voornoemde klaas
meijnsz en sijn zoon meijns Klaasz en sijne twee dogteren matje en gerritje, ende Hendrick goossen en sijn gantsche familie, ende Jacob Wijgertsz met sijn Huijsvrouw aeltje gijsberts, alle Luijden aldaer bij malckanderen wonende, die alle, die
sitten Jegenwoordigh soo over hare sonden als oock over hare dootsieck stenende beesten seer bitterlijck te schreijen kermen en weenen enz.
-
184-3217A022; 25-10-1724: Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs
(Jongerden) en dogter van Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout,
tr. op 09-05-1688 te Huijsen.
- Moeder:
Geertje Jacobs Jongerden, dr. van Jacob Jansz Jongerden en Gerritje Jacobs ,
geb. in 1660 te Huijsen,
ged. doopsgezind op 21-01-1680 te Huijsen; 20 jaar,
Ouders waren Mennist,
ovl. in 1724 te Huijsen; < 1724 :,
, -
Huizen-DTB-1A-Dopen: 21-01-1680: de geheel familie van vader: Jacob Jansn Jongeren (Mennist) en moeder Gerrettien Jacobs (Geref.), sijnde 8 personen, de eerste drie na belijdenis als bejaarden en de vijf jongsten als kinderen sijnde na haar
oudedom aldus gerangeert: o.a.
Claes (out 18)
Als getuijgen over de onmondigen, wegens absentie van de moeder wegens ziekte, waren:
HARMEN JACOBSEN en GEERTIEN JACOBS beijde Oom en Moltien over de kinderen
-
Zie Koptienden v. Claes Meijnsz 1724-24: erfenis
-
184-3217A022; 25-10-1724: Nog compareerde Meijns Claasz, mitsgaders Rijk Hendriksz als in huwelijk hebbende Gerritje Claas te samen de enige nagelaten kinderen van Claas Meijnsz en Geertje Jacobs (Jongerden), sijnde deselve Geertje Jacobs
(Jongerden) en dogter van Gerritje Jacobs en deselve een suster van Geertje Jacobs weduwe van Claas Gijsbertsz Bout.
>